Vorige week vierde Buenos Aires de week van de diversiteit. Van lezingen en tentoonstellingen, tot optredens en ‘regenboog-demonstraties’. Alle middelen werden aangegrepen om de acceptatie van lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, trangenders en intersekse personen (LHBTI’s) te vergroten.
Buenos Aires heeft letterlijk meer kleur gekregen. Sommige zebrapaden waren – en zijn – in regenboogkleuren geverfd. Net als een aantal stadsplattegronden. Maar waar de buurtbewoners het meest van opkeken waren de ‘homovriendelijke stoplichten’. Op drie kruispunten indiceert niet één poppetje wanneer men mag oversteken, maar twee identieke poppetjes, met opvallende hartvormige harten, die elkaars hand vasthouden.
Argentinië was in 2010 het eerste Latijns-Amerikaanse land dat huwelijken tussen mensen van het gelijke geslacht toeliet. Kort daarna volgde Uruguay. De acceptatie van LHBTI’s is over het algemeen moeizaam in Latijns-Amerika. Toch maken steeds meer landen uit dit rooms-katholieke continent zich hard voor gelijke rechten. Argentinië en Uruguay hebben hierin een voortrekkersrol. Zo organiseerde Uruguay nog op 13 juli j.l., samen met Nederland, de grootste internationale mensenrechtenconferentie voor LHBTI’s ooit. Minister Koenders van Buitenlandse Zaken opende de conferentie. Buenos Aires staat wereldwijd bekend als één van de meest populaire toeristische bestemmingen voor homo’s.