Gepubliceerd in LINDAnieuws op 9 augustus 2016,
Een tijdje geleden schreef ik hoe mijn kinderen van kaaskopjes in Latino’s veranderen. Heerlijk natuurlijk, dat die kids zich zo goed aanpassen in Uruguay. Maar ik vroeg me wel af of het stukje ‘Holland’ van de taart niet erg klein was geworden.Vorige week bleek dat mijn dochter (Marilú) toch meer Nederland in haar kleine hartje heeft verstopt, dan ik had verwacht. Dit kwam tot uiting door een….. kastanje.
Verzamelaar
Marilú is een echte verzamelaar. In ieder prulletje ziet ze een schat. En schatten moeten gekoesterd worden. Over het algemeen heb ik best veel geduld met haar verzameldrang. Ze heeft het tenslotte niet van een vreemde. Ons Uruguayaanse huis is gevuld met verborgen dozen jeugdsentiment. Van mijn muntenverzameling tot mijn eerste liefdesbrief. Alles moest de oceaan over.
Noot
Toch krijg ik het zo nu en dan op mijn heupen en dan gaat er een bezem door het huis. Zo baande ik een weg door de roze franjes in Marilú’s kamer. Ik stuitte op een houten bakje met een kastanje en nog wat ondefinieerbare prulletjes, die ik bijna automatisch weggooide. Een paar dagen later kwam er een oerkreet uit de kamer van Marilú. “Waar is de Nederlandse noot van opa??!! “ Ze was het woord kastanje blijkbaar vergeten.
In tranen
Met een bezorgd hoofd liep ik naar haar kamer. “Jij hebt het weggegooid!” Nog maar zes jaar oud, maar oud genoeg om gezichtsuitdrukkingen feilloos te kunnen ontleden. Stamelend vroeg ik wanneer opa haar ‘die noot’ dan gegeven had. “Toen opa en oma hier in Uruguay waren. Die zat toevallig in zijn zak”. Blijkbaar een familiekwaal, die verzameldrang. Ik stelde voor ergens een andere te zoeken, of een dennenappel. Maar toen barstte ze in tranen uit.
Naar Nederland
“Hier zijn niet van die noten, ik wil naar Nederland. Ik wil naar het bos met opa en oma. De hond uitlaten, hertjes kijken en picknicken. En naar de speeltuin!”. Ik troostte haar en stelde voor om samen foto’s te kijken. Nederlandse foto’s. Tot mijn grote verbazing herinnerde Marilú zich alles. Ze was net vier toen we emigreerden, maar toch herinnert ze zich de peuterspeelzaal, het afscheid op de basisschool, de buurtkindjes en de speeltuinen.
Speeltuinen
“ik wil weer naar die speeltuin, die was echt waanzinnig”, zei ze, wijzend op een foto waar ze van een kabelbaan afsjeest. Het klopt, die hebben we in Uruguay niet. Wel strand, zwembaden en palmbomen. Maar geen ‘waanzinnige speeltuinen’. Ook haar drie Nederlandse vriendinnen kwamen voorbij. Gehypnotiseerd keek ze naar de blonde verschijningen. ”We zijn net tweelingen”, zei ze verrukt. Een feest van herkenning die blonde haren en blauwe ogen.
Best of both worlds
Aan de ene kant was ik blij dat Marilú zich nog zoveel van haar eerste levensjaren wist te herinneren. Aan de andere kant deed het pijn om haar verdrietig te zien. Maar ik houd me vast aan het idee dat we volgend jaar weer een maand in Nederland zijn. En hopelijk slagen mijn kleine wereldburgertjes erin the best out of both worlds te halen