Gepubliceerd in LINDAnieuws op 14 september 2016
Anderhalf jaar geleden schreef Wereldwijf Lara over de vrijlating van zes ex-guantánamo’ers in Uruguay. Hoe ziet hun leven er nu buiten de gevangenis uit?
Met de vrijlating van het zestal kwam een einde aan dertien jaar gevangenschap zonder proces. De ex-gevangenen zouden in Uruguay een nieuw leven opbouwen: ze zouden Spaans gaan leren, werk zoeken en zich met hun families herenigen. Wat is er van de plannen terechtgekomen?
Hobbelige weg
Tot nu toe is de inburgering van de ex-gevangenen een ‘hobbelige weg’, die gekenmerkt wordt door werkeloosheid en sociale uitsluiting. Ik hoopte eigenlijk dat de integratie soepeler zou gaan. Een succesverhaal, zeg maar. Maar slechts één van de zes mannen heeft een baan gevonden.
Tentenkamp
De problemen begonnen al een paar maanden nadat de ex-gevangenen in Uruguay waren ontvangen. Het zestal zette een tentenkamp op voor de ambassade van de Verenigde Staten, uit protest tegen hun slechte leefomstandigheden. Ze vroegen om betere woonomstandigheden om familieleden te kunnen overbrengen en om meer financiële hulp. Volgens de ex-gevangenen kwamen de Verenigde Staten hun afspraken niet na. In een blog lichtten ze hun protest toe.
Teleurstelling
Voor de Uruguayaanse overheid is de inburgering van de vier Syriërs, de Tunesiër en de Palestijn een ‘hoofdpijndossier’. Mujica (president van Uruguay van 2010 tot 2015) is als ex-guerrillastrijder zelf jarenlang gevangen geweest en gemarteld en zag de ‘transfer’ aanvankelijk positief tegemoet. Maar toen een paar van de mannen banen hadden afgewezen – in de vleesindustrie en van een juwelier – schoof Mujica zijn teleurstelling niet onder stoelen of banken. Hij had gedacht dat de mannen primitiever waren en uit een lagere sociale klasse kwamen. “Dan waren ze sterker geweest en hadden ze hun kansen wel gepakt.”
Martelingen
De Syriër Jihad Ahmad Diyab (bovenstaande foto) is altijd het meest uitgesproken geweest over zijn onvrede. Zijn gezondheid was het slechts bij aankomst in Uruguay, door de langdurige hongerstakingen die hij in Guantánamo Bay heeft gehouden. Enkele maanden na zijn aankomst reisde hij naar Argentinië, waar hij in een oranje ‘Guantánamo-jumpsuit’ een tv interview gaf. Hij vroeg de Argentijnse regering gevangenen uit Guantánamo Bay op te nemen op basis van humanitaire overwegingen. Hij zei dat hij zijn Guantánamo-collega’s nooit zou vergeten. Een terrorist is hij naar eigen zeggen nooit geweest, maar na de vele martelingen in Guantánamo Bay heeft hij wel sympathie voor Al-Qaeda gekregen.
Verdwenen
Twee maanden geleden ontstond er veel onrust toen Jihad Ahmad Diyab opeens spoorloos verdwenen was. De Verenigde Staten namen het Uruguay kwalijk dat ze niet beter hadden opgelet. De reactie van Mujica was glashelder: “We zijn geen gevangenisbewaarders en nergens staat dat de ex-gevangenen het land niet mogen verlaten”. Vorige maand dook de Syriër op in Venezuela. Hij wilde naar Turkije reizen om een gedeelte van zijn familie te zien. Hij had contact opgenomen met de Venezulaanse autoriteiten, die zijn verzoek niet hebben ingewilligd. Niet veel later werd hij weer naar Uruguay gedeporteerd.
Lange weg
De weg naar een geslaagde integratie is nog lang en misschien wel doodlopend. Dit laat zien hoe ingewikkeld het leven buiten de gevangenis kan zijn voor ex-gevangenen. Helemaal in een vreemd land, met een vreemde taal, na jarenlange isolatie. Ook voor het ‘gastland’ is het niet makkelijk om de integratie in goede banen te leiden. De onduidelijke afspraken tussen Uruguay en de Verenigde Staten maken het er bovendien alleen maar ingewikkelder op.